Inleiding
Tijdens een wandeling op Terschelling kwam ik langs een meertje waar uitnodigend een bank stond en je getroffen werd door het imposante uitzicht. Vogels cirkelden over het water waarin diverse eenden zwommen, witte en bontgekleurde. Aan de overkant staat een wit huis dat precies past bij de omgeving. Later hoorde ik dat dit gebied "Dodemanskisten" genoemd wordt.

De oorsprong van deze naam is mij onduidelijk.

Zittend in de zon mijmer je over de vredige omgeving en geniet je volop van de rust en de stilte om je heen. Na enige tijd wandel je weer verder en kom je plotseling in de bewoonde wereld: West-Terschelling.

Tussen de bomen door zie je aan de andere kant van de straat een kruis en nieuwsgierig geworden ga je daarheen. Het blijkt een militair kerkhof te zijn waar veelal Engelse luchtmacht-militairen begraven liggen. Op de grafstenen staat de leeftijd van de jongens: 21 jaar, 24 jaar, 22 jaar, 20 jaar, 19 jaar, 29 jaar, jonge kerels die nog een heel leven voor zich hadden maar nu hier begraven zijn.

De naam van de straat waaraan het kerkhof ligt is wel zeer toepasselijk: Longway, want het is inderdaad een longway van huis voor deze gesneuvelden. Zou Dodemanskisten een verwijzing zijn naar dit ereveld? Maar hoe komen deze militairen hier op het eiland terecht vraag je jezelf af.

Getroffen door de jonge leeftijden en denkend aan de tijd dat ik zelf in 1944 de luchtlandingen bij Groesbeek zag, wilde ik hier meer over weten.

Na veel zoeken en vragen bleek dat er wel het een en ander gepubliceerd was, maar een uitvoerig verhaal was er niet.

In de loop van een aantal maanden had ik toch heel wat gegevens verzameld en kwam het plan om een korte samenvatting te geven van de historie van het kerkhof en in het bijzonder om degenen die er begraven liggen een postume eer te bewijzen, want deze mannen mogen nooit worden vergeten.

Bij het naspeuren in de archieven stuit je vanzelfsprekend op trieste verhalen. Zoals op 7 februari 1942. Er werden toen 3 Hampdens neergehaald door de Duitse jachtvlieger Luth. Onder andere de Hampden AD 824 en de AE 392. Van de 12 bemanningsleden zijn er maar 2 in Nederland aangespoeld, te weten Sgt. Ronald N. Thompson, graf 39, en Sgt. Roy F. Thompson die op Ameland werd begraven. Een derde lichaam is begraven in Sage, Duitsland.

Het volledige verhaal vindt u op pag. 26 e.v. in het boek “Sporen aan de Hemel” deel 1, van Ab. A. Jansen.

In Schylge mijn Lântse van 6 december 1992 staat een aangrijpend verhaal over Flight Sgt. Robert R. Bell die in graf 33 werd begraven.

De Amerikanen die op Terschelling werden begraven zijn hoofdzakelijk uit 2 toestellen geborgen. Dat was de Boeing B24 nr. 4123776 met 1e piloot Lt. Maxwell W. Sullivan die in botsing kwam met een Duits jachtvliegtuig. De gehele bemanning is omgekomen. Op Terschelling werden begraven Sgt. Glen Pierson (76), Lt. Maxwell W. Sullivan (79), Lt. Duane E. Nelson (80), Raymond D.L. Lunenfeld (81) en Sgt. Philip J. Bloomfield (82). Sgt. Harry L. Ottman (77) verdronk in het wrak en Sgt. Thomas W. Crook Jr. is vermist. De stoffelijke resten van deze militairen zijn later overgebracht naar o.a. Margraten.

In een ander vliegtuig, de B17 Texas Bronco 41-24589, sneuvelden de bommenrichter Lt. Marvin H. Beiseker (86) en radioman Sgt. Michael LaMedica. Het toestel maakte een noodlanding op het strand bij Paal 8. Het volledige verhaal schreef Ab. A. Jansen en ook staat het in het speciale oorlogsnummer van Schylge mijn Lântse van mei 1995, herdruk mei 2005, op blz. 32.

In januari 1942 werden 2 Whitley's Mark V neergeschoten. Één ten noorden van Terschelling met nummer Z 9301. Alle 6 inzittenden zijn als vermist opgegeven. Het andere toestel met nummer Z 9311 is met vijf bemanningsleden ook in zee verdwenen.

Vreemde zaken kom je ook tegen, zoals de Wellington IV van het 301 squadron met een Poolse bemanning. Het toestel werd door een Duitse Flak neergeschoten. Van de vijf bemanningsleden werd er één op Terschelling begraven: Flight Officer Z. Dubas in graf 59. Op Schiermonnikoog zijn er twee begraven en één in Ulrum. Het 5e bemanningslid, korporaal Jozef Aloojzy Meller, is op 18 Juli 1942 begraven op de RK begraafplaats van Nes Ameland. Na de oorlog zijn de graven die zich op de RK begraafplaats bevonden overgebracht naar de militaire begraafplaats Jonkerbos in Nijmegen. Meller werd daar begraven in vak 7J graf 6.

Al deze jonge mannen zijn ver van huis gestorven op missies die ten doel hadden de Duitse overheerser tot overgave te dwingen en ons de vrijheid terug te geven.

Een oud gezegde luidt: “de zee geeft en de zee neemt” en dat is ook zo met de verdwenen vliegtuigen. Regelmatig worden er nog brokstukken uit zee opgevist in de netten van vissersschepen. Zo werd in december 2003 nog een Bristol Hercules motor opgevist uit de Waddenzee. In mei 1972 zijn bij Roptazijl restanten van een Wellington III geborgen. Het toestel had het nummer BK-432 en hierin zat ondermeer Flying Officer Ian Sinclair Johnson (graf 92).

Op de volgende pagina's staat in het kort de geschiedenis van het militaire kerkhof en een overzicht van degenen die er begraven zijn.

De nationaliteiten van de militairen die op het huidige kerkhof liggen begraven zijn divers. Het merendeel heeft de Engelse nationaliteit. De overige militairen kwamen uit Canada, Australië, Nieuw Zeeland en Polen.

De Amerikanen en Fransen zijn herbegraven in respectievelijk Margraten en Frankrijk.